Filippines zijn er in vele soorten en maten, maar alle types zijn te herleiden tot een van de drie onderstaande varianten met bijbehorende oplossingsstrategieën.

1. De klassieke filippine
De puzzels van deze variant hebben gemeen dat de oplossing onder
het diagram wordt weergegeven.

2. De filippine verticaal
De puzzels van deze variant hebben gemeen dat de oplossing niet
onder, maar in gemarkeerde vakjes in het diagram wordt weergegeven.

3. De legfilippine
De puzzels van deze variant hebben gemeen dat er geen genummerde
vakjes in het diagram staan.

1. De klassieke filippine
De puzzels van deze variant hebben gemeen dat de oplossing onder het diagram wordt weergegeven.

Je zoekt de woorden volgens de gegeven omschrijvingen. Wanneer
je een woord hebt ingevuld, zet je de letters van dat woord over naar de gelijkgenummerde vakjes in de rest van het diagram en in het oplossingsbalkje eronder. Probeer, steeds gebruik makend van de reeds gevonden letters, het diagram helemaal in te vullen en achterhaal zo de oplossing.Let op: dezelfde letter kan voorkomen bij verschillende nummers. Zo hoort de P hier bij de cijfers 2 en 6.
Deze klassieke filippine bestaat in verschillende varianten met ieder zijn eigen omschrijvingstype (kruiswoord, crypto, kronkel etc.).

 

2. De filippine verticaal
De puzzels van deze variant hebben gemeen dat de oplossing niet onder, maar in gemarkeerde vakjes in het diagram wordt weergegeven.

Je zoekt de woorden volgens de gegeven omschrijvingen. Wanneer je een woord hebt ingevuld, zet je de letters van dat woord over naar de gelijkgenummerde vakjes in de rest van het diagram. Probeer, steeds gebruikmakend van de reeds gevonden letters, het diagram helemaal in te vullen en achterhaal zo de oplossing. Deze vind je terug in de gemarkeerde vakjes, die je altijd van boven naar beneden leest.Deze filippine verticaal heeft verschillende vormen (slang, boek, knoop, etc.), met verschillende omschrijvingstypes (kruiswoord, crypto, kronkel, etc.).

 

3. De legfilippine
De puzzels van deze variant hebben gemeen dat er geen genummerde vakjes in het diagram staan.

Je zoekt de woorden volgens de omschrijvingen en bouwt deze op uit de gegeven lettergroepjes. Het aantal benodigde lettergroepen staat tussen haakjes achter de omschrijvingen. Elke lettergroep gebruik je een keer. Bij juiste invulling ontstaat in de gemarkeerde balk de oplossing. Deze legflippine kan verschillende omschrijvingstypes (kruiswoord,crypto, kronkel, etc.) hebben.